Floor Milikowski ging naar het Barlaeus Gymnasium en studeerde planologie en sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam. Ze groeide op in de Watergraafsmeer, woonde lange tijd in Oud-West en is nu terug in de Watergraafsmeer. Ze praat snel en heeft een scherpe visie op de 'toestand van Amsterdam'.

Amsterdam zou nu een nieuwe 'Gouden Eeuw' beleven. Ook Eberhard van der Laan sprak daarover. Hoe ziet u dat?

"Het kan dat deze tijd in de toekomst als een Gouden Eeuw gezien wordt. Maar dan is het de vraag of we aan het begin of het einde staan. Ik denk dat de kans groter is dat dit het einde is. De hoogtijdagen van de eerste gouden periode van de 17e eeuw duurden een jaar of zestig, de Tweede Gouden Eeuw begon rond 1870 en duurde iets korter. De Gouden Eeuw waarin we nu leven begon halverwege de jaren tachtig, met de opkomst van de moderne diensteneconomie en de trek naar de stad."

Wat gebeurde er dan halverwege de jaren tachtig?

"Vanaf dat moment begon de economische groei en de bevolkingsgroei. Er kwamen hele nieuwe wijken, zoals het Oostelijk Havengebied, IJburg, Nieuw-Sloten en de Zuidas. Er kwamen nieuwe iconische gebouwen zoals de Rembrandttoren, het Muziekgebouw aan het IJ en Eye. Je hebt een totale verandering van het aanzien en de aanblik van de stad. We kennen een historische periode van voorspoed. De grenzen daarvan zijn bereikt en we moeten nu anders gaan nadenken. De nauwe gemeentegrenzen breken de stad op, zie de hoogbouw en de verdichting; het volbouwen van de lege plekken. Maar je moet niet alle groene plekken volbouwen, maar meer gebruik maken van de ruimte die er is in omliggende gemeenten. Het behouden van groen heeft een grote meerwaarde voor het leefklimaat en voor de aantrekkingskracht van de stad.”

De stad raakt dus volgebouwd. Wat moet er gebeuren?

"Sommige geografen en planologen zien het wonen in de stad als een soort geloof. Ze zien het succes ook als een 'overwinning' van de stad. Maar de meeste mensen willen niet uit overtuiging in Amsterdam wonen. Mensen willen gewoon prettig leven, niet te ver van hun werk, in de buurt van school, het kinderdagverblijf en met genoeg gelijkgestemden om zich heen. Het succes van de stad komt door een combinatie van factoren. Maar als de woningen in Amsterdam te duur worden, mensen last krijgen van de drukte en er in andere gemeenten in de regio aantrekkelijke nieuwe buurten worden gebouwd, dan kan de afweging zomaar anders uitvallen. Het is voor veel mensen een kosten-baten analyse."

De titel van uw boek is 'Van wie is de stad?'. De afgelopen tijd zijn de huizenprijzen verveelvoudigd, is het eigen woningbezit toegenomen en is de bevolking veranderd. Van wie is de stad nu?

"Dat is de grote vraag. Je ziet dat hogere inkomens, hipsters en yuppen veel wijken overnemen. Deze groep hoogopgeleide, goedverdienende kenniswerkers wordt steeds internationaler. Maar een steeds grotere groep kan de nieuwe huren en huizenprijzen niet betalen.

Nog steeds bestaat de stad uit 45 procent sociale woningbouw, er zijn verschillende visies op de vraag of dat genoeg is. Er is veel armoede in Amsterdam, vooral in Noord, Nieuw-West en Zuidoost. Het tragische is dat je een kleine groep hebt met teveel geld en een grote groep met te weinig. De huur gaat elk jaar omhoog en de huizenprijzen blijven stijgen. De kloof tussen arm en rijk wordt groter. Je ziet het op stedelijk en landelijk niveau.

Het percentage woningen voor de middengroep is in Amsterdam erg klein, terwijl het een grote groep is. Zij betalen een groot deel van hun inkomen aan huur. Je ziet nu ook een trend van kleine appartementen van 30 of 40 vierkante meter die voor drie ton worden verkocht.

De handel in vastgoed is populair. Ook particulieren met veel geld beleggen in Amsterdam. Ze verhuren een woning aan vier studenten en hebben al snel een rendement van 750 euro per maand."

    

U schrijft weinig enthousiast over het lucratieve massatoerisme.

"Het massatoerisme is helemaal niet zo lucratief als lang is gesuggereerd. Het aantal banen in het toerisme is kleiner dan vaak wordt gedacht. Volgens cijfers van de gemeentelijke dienst OIS zou het om 60 duizend banen gaan, maar de helft van die banen wordt gecreëerd door uitgaven van Amsterdammers in de horeca, de musea en de theaters. Het aantal banen in het toerisme komt uit rond 30 duizend.

Bovendien is het vaak laagwaardige werkgelegenheid terwijl de directe en indirecte kosten van toerisme hoog zijn. Denk aan de overlast en de aantasting van de leefbaarheid in de stad. Er moet goed doordacht beleid komen voor de relatie tussen de stad en het massatoerisme. Vroeger kwam er een meer intellectueel en kunstzinnig publiek, nu is er meer plat toerisme. Ondernemers krijgen vaak ten onrechte de schuld van deze verandering. Ondernemerschap hoort bij Amsterdam. Het is aan de gemeente om kaders te stellen."

 

Een ander fundamenteel thema in Europa is immigratie en integratie. Ook uit onderzoek van het Rijk en de Europese Unie blijkt dat veel burgers zich hier zorgen over maken. U schrijft daar niet over. Hoe ziet u de integratie in Amsterdam?

"Groepen leven steeds meer gescheiden. Mensen trekken steeds meer naar gelijkgestemden toe. In de jaren tachtig was negentig procent van de woningvoorraad beschermde huur en leefden mensen meer door elkaar. Elke wijk had betaalbare woningen. Door de liberalisering van de woningmarkt is dat in de populaire wijken minder dan dertig procent en in buurten aan de randen van de stad soms nog tachtig of zelfs negentig procent. Het wordt steeds moeilijker om uit die arme buurten te komen. Je ziet dat jongeren met een migratieachtergrond veel last hebben van de toenemende segregatie. Het is aan ons als stad om daar iets aan te doen. Ik geloof heilig in het emanciperend vermogen van Amsterdam. De stad heeft vaak grote immigratiestromen gehad en verwerkt. Mijn overgrootvader was een rabbijn uit Litouwen die aan het einde van de 19e eeuw naar Nederland kwam om de Jodenvervolging te ontvluchten."

Terug naar de titel van uw boek. Van wie is Amsterdam?

"In Amsterdam is de stad nog steeds van een heel grote groep bezoekers, bewoners, ondernemers en andere gebruikers. Je ziet wel dat de mensen met veel geld steeds dominanter worden. Het is de vraag of we het tij kunnen keren en kunnen voorkomen dat we een stad als Londen worden, waar de huizenprijzen nog veel hoger zijn..."