Michiel Couzy, Het Parool, 9-2-2019

Eind 2010 verscheen in deze krant het eerste artikel over Airbnb, toen nog maar twee jaar oud. Het was een vriendelijk stuk over een nieuw fenomeen: let op, Amsterdammers, jullie kunnen geld verdienen met jullie woning.

Toen de deeleconomie nog sympathiek leek.

Uit een inventarisatie van artikelen over Airbnb door de jaren heen, blijkt dat de aanvankelijk welwillende toon langzamerhand plaatsmaakte voor kanttekeningen. Uiteindelijk gingen alle alarmbellen af. 

Begin 2012 zette toenmalig PvdA-wethouder Freek Ossel een eerste onderzoek in gang naar de omvang van vakantieverhuur. Toen stonden in Amsterdam 2700 woningen op Airbnb. Schattig: dat vonden we veel. Inmiddels staan er meer dan 20.000 Amsterdamse advertenties op de site.

We hebben het dus al een tijdje over Airbnb en het debat is verhard naarmate het aantal verhalen toenam over illegale verhuur, overlast, veranderende buurten, afnemende sociale cohesie en de druk die vakantieverhuur uitoefent op de huizenprijzen.

De sympathieke belofte dat elke huizenbezitter de mogelijkheid zou krijgen wat centjes te verdienen tijdens de vakantie, mondde uit in een nachtmerrie voor Amsterdammers die daarnaast wonen. De deeleconomie, die, met Airbnb als voorloper, burgers moest emanciperen en markten zou openbreken, zette vooral de stad op z'n kop.

In eerste instantie betrok de gemeente Airbnb bij de zoektocht naar oplossingen en sloot een overeenkomst met het bedrijf. Toen bleek dat Airbnb weinig deed om de overlast in de stad te beperken, bekoelde de relatie en volgde de ene maatregel na de andere en het einde van regulering is nog niet in zicht.

Wat is er allemaal niet voorbij gekomen: een meldplicht, extra handhaving, een limiet van dertig dagen per jaar in plaats van zestig, het strafbaar stellen van malafide verhuur. Op de agenda staat nog een verbod van Airbnb in de Haarlemmerbuurt, de Kinkerbuurt en op de Wallen. Wethouder Laurens Ivens kondigde deze week onderzoek aan naar de mogelijkheid om van vakantieverhuur een zakelijke activiteit te maken, waarvoor een KvK-nummer nodig is. Het zal Amsterdammers die op vakantie gaan, ontmoedigen hun huis te verhuren.

Al die jaren dat ik het debat volg, verbaas ik mij vooral over Airbnb. Op een enkele ingezonden brief en een korte inspraak na, waarin het aangeeft hoe belangrijk toerisme voor de stad is, laat het bedrijf niets van zich horen. Geen enkel initiatief iets te doen aan overlast of illegale verhuur. Sterker nog: Amsterdammers die hun huis tegen de regels aanbieden aan meer dan vier personen, kunnen gewoon hun gang gaan. Airbnb lijkt de maatschappelijke en politieke onrust niet serieus te nemen. Als de gemeenteraad, een democratisch gekozen orgaan, besluit de maximale termijn terug te brengen naar dertig dagen per jaar, past Airbnb dat niet direct aan op de site.

Het is óf bewust beleid, óf een grove onderschatting van het maatschappelijk debat. Is er dan niemand die het bedrijf adviseert?

Het is communicatief onvermogen dat we vaker zien bij technologiebedrijven. Microsoft, Google, Apple, Facebook, Uber en Amazon roepen maatregelen over zich af door niet of veel te laat in te spelen op maatschappelijke onrust.

Wellicht denken ze dat de onrust vanzelf overwaait. Dat waag ik te betwijfelen. In de Amsterdamse politiek neemt niemand het nog op voor Airbnb. Raadslid Erik Flentge sprak deze week zelfs over de opgestoken middelvinger van Airbnb richting Amsterdam.

Dat zijn grote woorden van een SP'er, dus niet onverwacht. Verontrustend voor Airbnb is dat niemand hem tegensprak, ook de oude bondgenoten VVD en D66 niet. Airbnb heeft geen vrienden meer over.