Amsterdam mag toeristenwinkels weigeren

In de rechtszaak tussen Cheese Company en de gemeente heeft de Raad van State woensdag een uitspraak gedaan die beide partijen tot winnaar uitroept. Cheese Company mag de winkel op het Damrak openhouden, de gemeente mag doorgaan met het sluiten van nieuwe toeristenwinkels.

Amsterdam vaardigde in oktober vorig jaar een verbod uit op nieuwe toeristenwinkels. Op deze manier wil de gemeente voorkomen dat straten in de binnenstad uitgroeien tot een monocultuur van kaaswinkels, Nutellazaken en ijssalons.
Het viel te verwachten dat dit beleid rechtszaken zou uitlokken. En dat gebeurde door Cheese Company, die in oktober 2017 een winkel opende op het Damrak, vlak na de invoering van het nieuwe beleid en dus dicht moest.

Vrijheid van vestiging
Deze zaak ging niet alleen om deze winkel, maar het volledige gemeentebeleid stond ter discussie. Eerder verloor de gemeente Appingedam nog een zaak van een winkelier. De Raad van State oordeelde toen dat de vrijheid van vestiging voorop staat.
De Raad van State geeft de gemeente belangrijke rugdekking. Het verbod is niet in strijd is met de Europese Dienstenrichtlijn. Tot tevredenheid van wethouder Udo Kock. "Amsterdam is blij dat de stop op toeristenwinkels in de binnenstad bevestigd wordt met deze uitspraak."

'Goed begin'
De Cheese Company is volgens de rechter inderdaad een toeristenzaak: de winkel verkoopt vooral voorverpakte kazen, de prijzen zijn fors en de voertaal is Engels. Toch mag de winkel aan het Damrak open blijven, want Cheese Company was al bezig met de voorbereidingen, inclusief hoge kosten en een langdurig huurcontract, voordat het verbod in ging.
Eigenaar Quirijn Kolff noemt de uitspraak een 'goed begin van de dag.' "Wij willen ook een leefbare stad. Maar bij de uitvoering moet de gemeente wel rekening houden met gedane investeringen."